De toets van de Major Burgerlijk Recht van de beroepsopleiding advocaten. Het toetsmoment is weer in zicht. Een spannend moment voor veel beginnende advocaten. Wij hebben de afgelopen periode een behoorlijke groep met advocaten geholpen met de voorbereiding en een aantal tips uit de lessen willen wij jullie niet onthouden.

De tijd

Kiezen voor het beginnen met van de gesloten vragen van de toets Major Burgerlijk Recht in combinatie met het niet heel goed in de gaten houden van de tijd is kiezen voor zakken. Ik herhaal: dat is kiezen voor zakken. Je mag ook falen zeggen.

Waarom zeg ik dit zo hard? Voor de open vragen heb je gemiddeld een minuut of tien per vraag nodig (8 vragen) om er iets zinnigs over te zeggen. Bij de open vragen zit ook altijd wel een relatief makkelijke vraag. Ervoor kiezen om deze vraag niet te beantwoorden wegens tijdsnood is vaak de keuze voor een onvoldoende. Je hebt ongeveer anderhalf uur nodig voor de open vragen. Dit betekent dat je 90 minuten over hebt voor de gesloten vragen. Dit is ongeveer 3 minuten per vraag. Je hebt dus simpelweg niet de luxe om alles heerlijk uitgebreid uit te zoeken tijdens de gesloten vragen.Dit is ook de reden dat wij er bij voortduring op hameren om vooraf de weg in de wet te leren. Je hebt simpelweg niet de tijd om een speurtocht door de wet te houden.

Wat kan je verwachten qua vragen tijdens de toets?

Klassiekers open vragen

Voor de open vragen van de toets Major Burgerlijk Recht liggen een aantal vragen voor de hand en een voorbereiding van een aantal uren rendeert op dit punt goed. Immers, de kans dat je een vraag krijgt over een 6:74 BW of een 6:62 BW vraag gecombineerd met allerlei schades is vrij hoog. En waar ligt het rendement dan? Dit soort vragen lenen zich goed om van te voren de stappen te bestuderen die altijd genomen moeten worden. Hetzelfde geldt voor de goederrechtelijke vragen. Zorg er gewoon voor dat je de vereiste stappen in de overdracht vrij snel paraat hebt. Daarbij zit er vrijwel elke toets een doe vraag in. De kans dat je bijvoorbeeld een eis moet formuleren is ruimschoots aanwezig.

Dit betekent dus ook dat dit soort onderdelen in onze beleving wat meer aandacht verdienen. Hoe fijn is het immers als er tijdens de toets een gevaarzettingssituatie wordt gevraagd en je kan inmiddels de elke ochtend gestampte kelderluik criteria eruit rammen. Wij adviseren altijd om de criteria voor een aantal situaties uit het hoofd te leren. Bijvoorbeeld doch niet uitputtend : Kelderluik + Jetblast, Aalscholvers, Broodbezorger, Beklamel. Hetzelfde geldt voor bijvoorbeeld de beantwoording van een schadevraag. Je weet namelijk dat een dergelijke vraag goed past bij zowel de wanprestatie als de onrechtmatige daad. Hoe logisch is het dan om van te voren een strategie te bepalen en van te voren na te denken over te nemen stappen.

Nieuwe vragen

Volkomen terecht zit er af en toe een vraag in de toets Major Burgerlijk Recht verpakt waarbij de beroepsopleiding toetst of de stagiaire een beetje de ontwikkelingen bijhoudt. Wederom zonder ook maar iets te pretenderen.

  1. Eigen Haard Arrest. Een nieuw standaardarrest over 6:265 waarbij één van de aanbieders zelfs cursussen aanbiedt over dit nieuwe arrest.HR 28-09-2018 Eigen Haard Arrest Eigen Haard Arrest
  2. Een favoriete vraag van de beroepsopleiding is hoe artikel 843A RV kan worden ingezet. Ook hier een wijziging en wederom een verwijzing naar de immer goed leesbare site van cassatieblog. Lees hier dat een 843a RV procedure tegenwoordig ook met een verzoekschrift kan worden gestart. Dat betekent dus dat een 843a RV verzoek in een lopende procedure (dagvaarding of verzoekschrift) of in een aparte procedure (dagvaarding of verzoekschrift) kan worden gedaan. Lees hier de zeer lezenswaardige blog van cassatieadvocaat.nl Hier dus
  3. Wetswijzigingen. Weet dat de faillissementswet een upgrade heeft ondergaan en affectieschade tegenwoordig in de wet is opgenomen (gewijzigd 6:107 BW). Iets dat wellicht aan de aandacht van velen is ontsnapt, zijn de wijzigingen van de Brussel 1-bis verordening. Per 10 januari 2015 is de exequatur afgeschaft voor rechterlijke beslissingen in burgerlijke en handelszaken gewezen in EU landen (met uitzondering van Denemarken).

Varianten op oude vragen

Het zal je niet ontgaan zijn dat sommige vragen wel heel vaak terugkomen in oude toetsen. Dat komt natuurlijk omdat de aanbieders de toetstermen moeten toetsen en over sommige onderwerpen het aantal variaties beperkt zijn. Beperk je bij het leren dus niet alleen tot die éne variant maar probeer te bedenken wat er in de casus kan veranderen. Een voorbeeld.

Variant 1

Jansen is gedagvaard door zijn buurman om een doorgeleend bedrag ad € 1900 te betalen. Hij stelt zich in de procedure en vraagt uitstel voor de CVA. Dat uitstel wordt hem verleend. Hij benut het uitstel echter niet voor het opstellen van een conclusie van antwoord. Hij laat niets meer van zich horen en de kantonrechter verleent hem op de volgende dag een zogenaamde akte niet dienen. De vorderingen van de buurman worden toegewezen.

De buurman krijgt zijn vonnis. Jansen is het daar niet mee eens en wil er iets tegen doen. Wat kan hij doen?

  1. Hij kan hoger beroep instellen bij het gerechtshof binnen drie maanden na betekening van het vonnis.
  2. Hij kan hoger beroep instellen bij het gerechtshof binnen drie maanden na datum wijzen vonnis.
  3. Hij kan tijdig in verzet komen tegen het vonnis bij de kantonrechter die het vonnis heeft gewezen.

Feedback:

Wij pakken dit altijd systematisch aan en wel door de aard van het vonnis te beoordelen. Realiseer je in dit geval dat het een vonnis op tegenspraak is en dat daar alleen hoger beroep voor openstaat. Binnen 3 maanden na het wijzen van het vonnis wel te verstaan.

Variant 2

Jansen is gedagvaard door zijn buurman om een doorgeleend bedrag ad € 1500 te betalen. Hij stelt zich in de procedure en vraagt uitstel voor de CVA. Dat uitstel wordt hem verleend. Hij benut het uitstel echter niet voor het opstellen van een conclusie van antwoord. Hij laat niets meer van zich horen en de kantonrechter verleent hem op de volgende dag een zogenaamde akte niet dienen. De vorderingen van de buurman worden toegewezen.

De buurman krijgt zijn vonnis. Jansen is het daar niet mee eens en wil er iets tegen doen. Wat kan hij doen?

  1. Hij kan niets meer doen
  2. Hij kan hoger beroep instellen bij het gerechtshof binnen drie maanden na datum wijzen vonnis.
  3. Hij kan tijdig in verzet komen tegen het vonnis bij de kantonrechter die het vonnis heeft gewezen.

Feedback.

Dezelfde stappen als eerder, echter in dit geval loopt het stuk op de appelgrens. Kortom: einde oefening.

Vragen over de krochten van rechtsvordering

Met name het onderdeel rechtsingang en bewijs van de toets Major Burgerlijk Recht is toch een vaak een kwestie van een beetje de weg weten in het wetboek. Je wil niet op de toets pas uitzoeken waar je de bepalingen van bijvoorbeeld een getuigenverhoor kan vinden. De laatste paar toetsen zijn er af en toe vragen te vinden waarbij het toch ontzettend handig is als je vooraf een beetje de weg weet. Een mooi voorbeeld daarvan is de vraag in de laatste minor.

Tussen A en B is een procedure aanhangig. A roept de 15 jarige zoon van B (Jan) als getuige op. Welke van onderstaande stellingen is juist?

  1. Jan wordt niet beëdigd, maar wordt wel aangemaand de waarheid te zeggen.
  2. Jan wordt, als iedere andere getuige, beëdigd,waarna hij naar waarheid moet verklaren.
  3. Jan hoeft niet te verschijnen”.

Feedback:

Antwoord 1 staat letterlijk in de wet. Je moet het maar even weten. Veel succes bij het opzoeken. Realiseer je overigens nog wel dat ook verschoonbare getuigen altijd moeten verschijnen.

Jurisprudentie en gesloten vragen

Vaak in de vorm van een gesloten vraag toetst de beroepsopleiding of je een beetje kennis hebt van de klassiekers uit de jurisprudentie. Een mooi voorbeeld daarvan is de vermeende discretionaire bevoegdheid van artikel 186 RV. Als je niet geheel voorbereid alleen de wet lees zou je zo maar eens tot de conclusie komen dat de vrijheid van de rechter om voorlopige getuigenverhoor (en hetzelfde geldt voor voorlopige deskundigenberichten) zomaar af te wijzen. Niets is echter minder waar. Die bevoegdheid is in de rechtspraak behoorlijk ingekapseld. HR 21-11-2008, overzicht van alle afwijzigingsgronden voorlopig getuigenverhoor Lees hier Voorbeeld vraag

Wat kunt u zeggen over artikel 186 RV

  1. De rechter heeft een ruime bevoegdheid om verzoeken zoals omschreven in artikel 186 RV af te wijzen.
  2. Als het verzoek voldoet aan de formele eisen van artikel 186 RV dan dient hij het verzoek toe te wijzen;
  3. De rechter kan het verzoek afwijzen wegens misbruik van recht.

Feedback

Wie de jurisprudentie kent weet dat het antwoord c is.

Het slim bekijken van de oude toetsen levert een lijstje van arresten op die je vooral een keer gelezen moet hebben. Dit is niet alleen in het rechtsingang gedeelte maar zeker ook in het goederrechtelijke gedeelte.

Stokpaarden

Sommige rechtsgebieden zijn niet heel dynamisch. Een leuke goederrechtelijke uitspraak zal al snel tot grote opwinding leiden in het keurcorps van docenten. Dit betekent dat het al snel rendeert om in slaap te vallen bij Rabobank Reusers en dergelijke arresten. Ken bij de toetstermen van het goederenrecht en het beslag- en exectutierecht de klassiekers in de vorm een aantal arresten. Benieuwd welke?

Deel 7 Goederenrecht

  1. HR 03-06-2016, (Rabobank/Reuser) Vindplaats Lees hier
  2. HR 12-06-2009, NJ 2010/663 Heembouw/Fortis Vindplaats Lees hier
  3. HR 20-02-2009, (Ontvanger/De Jong) Vindplaats Lees hier
  4. HR 25-01-2008, Ontvanger/Brink Vindplaats Lees hier

Deel 8 Beslag en executie

  1. HR 24-11-1995 Tromp/Regency Vindplaats Lees hier
  2. HR 21-02-1992 NJ 1992/321 (onrechtmatige daad bij ten onrechte beslag)
  3. 32 HR 11-04-2003 Hoda/Mondi, Lees hier
  4. HR 13-05-1988 Banque de Suez/Bijkerk
  5. HR 29-04-2011 Ontvanger/Eijking. Vindplaats Lees hier
  6. 35. HR 22-04-1983 NJ 1984, 145 Ritzen c.s./Hoekstra 

Help! Ik ben veel te laat begonnen

Wellicht heb je laten inspireren door jouw – in het verleden levende – kantoorgenoten die met grote zekerheid stellen dat je de toets Major Burgerlijk Recht met gemak in twee dagen haalt. Realiseer je echter dat dit veel meer zegt over de kantoorgenoot dan over de toets Major Burgerlijk Recht. De kantoorgenoot is namelijk niet op de hoogte van de ontwikkelingen van de beroepsopleidingen en kletst uit zijn nek. Je haalt het niet makkelijk in twee dagen. Natuurlijk zijn er altijd uitzonderingen of mensen die gewoon heel goed in het civiele recht zitten. In een procespraktijk werken helpt ook. Maar wat doe je nu als je veel te laat bent begonnen?

  1. Zorg er toch voor dat je een aantal arresten uit het hoofd kent. Dit heeft dan vooral betrekking op de OD vragen. Als je de Kelderluik criteria er niet uit krijgt tijdens de toets in een gevaarzettingssituatie dan ben je gewoon de klos en mis je heel veel makkelijke punten.
  2. Oefen, oefen en oefen vragen. En dan vooral slim oefenen. Dat betekent bijvoorbeeld elke open vraag nog even systematisch in een stappenplan zetten.
  3. Beperk je heel erg en begin niet vooraan in de DLO. Als het nu twee of drie dagen voor de toets is. Pak een goede samenvatting en beperk je dan tot de onderdelen waar je niet goed in zit. Een alternatief voor een samenvatting is de reeks van Boom Basics.

Help! Ik weet niets van bepaalde toetstermen

Bij een fors aantal stagiaires zit een behoorlijke lacune in de kennis ten aanzien van bijvoorbeeld het faillissementsrecht. Wij adviseren om dan vooral even te beginnen met een startersboekje. Een paar dagen voor de toets willen de boekjes van Boom Basics ook nog wel werken.

Heel veel succes bij de voorbereiding en het maken van de toets Major Burgerlijk Recht beroepsopleiding advocaten.